De weg naar No Time To Die | Octopussy
Toen Ian Fleming in 1953 met Casino Royale zijn eerste James Bond-roman uitbracht kon hij nooit vermoeden dat dit het begin zou zijn rond een mediafranchise rondom de gelijknamige fictieve geheimagent van de Secret Intelligence Service. Na zijn overlijden in 1964 werden niet alleen de Bondromans voortgezet, ook werden de verhalen bewerkt tot hoorspelen, strips en videospellen. Het allerbelangrijkste zijn natuurlijk de films, die tezamen uitgroeiden tot een van de succesvolste filmreeksen aller tijden. Afgelopen 2 april was de eigenlijke releasedatum van No Time To Die, alweer de 25ste film in de reeks. Het is een jubileum dat uitgesteld diende te worden als gevolg van de uitbraak van het coronavirus (COVID-19). De nieuwe beoogde releasedatum in Nederland is nu 12 november 2020 en dat geeft ons mooi de kans om nog eens terug te blikken naar de eerdere avonturen van onze geliefde geheimagent. We vervolgen de reeks met een film die in hetzelfde jaar verscheen als een concurrerende onofficiële Bondfilm.
Het schrijfproces
Ondanks dat met Moonraker al de laatste roman van Ian Fleming rond James Bond werd verfilmd, bleven de makers putten uit Flemings’ nalatenschap. Zo werd de titel van Octopussy ontleend aan zijn korte verhalenbundel Octopussy and The Living Daylight. En ondanks dat het verhaal van de film verder niks met het boek te maken heeft wordt er wel vrij minimaal naar verwezen. Ook is er voor bepaalde elementen uit het verhaal gebruik gemaakt van andere korte werken uit de verhalenbundel. Zo is de veiling bij Sotheby’s terug te vinden in The Property of a Lady en lees je de reactie van Kamal Khan terug in Moonraker. George Michael Fraser werd ingehuurd om een eerste versie van het script neer te pennen. Hij was het ook die voorstelde om Bond te laten afreizen naar India, simpelweg omdat de geheim agent daar nog nooit geweest was. Fraser rondde zijn versie vlak voor de release van For Your Eyes Only af, waarna Michael G. Wilson en oudgediende Richard Maibaum het script vervolgens onder handen namen. Een van de belangrijkste wijzigingen was dat zij een openingsscène met een motorenachtervolging op de Isle of Man TT verwierpen. Opvallend genoeg mochten de scènes waarin Bond als gorilla en als clown verkleed ging wel blijven, dit terwijl Cubby Broccoli zich in een eerder stadium daar al kritisch over had uitgelaten.
Moore of no Moore
Nadat de opnames van For Your Eyes Only erop zaten, vond Roger Moore het eigenlijk wel welletjes geweest. Zijn oorspronkelijk contract was voor drie films, waarna al tweemaal stevig was onderhandeld (op een film voor film basis) om zijn deelname aan de reeks uit te breiden. Gezien zijn terughoudendheid gingen de producenten op zoek naar vers bloed. Timothy Dalton werd opnieuw overwogen en zowel Michael Billington als James Brolin deden screentests. Naar verluid stond Brolin zelfs al op het punt om naar Londen te verhuizen. Een concurrende Bond-productie in de vorm van Never Say Never Again gooide echter roet in het eten. Toen dat nieuws bekend werd gemaakt, werd alles uit de kast gehaald om Moore nogmaals over te halen. De producenten waren namelijk van mening dat hij als bewezen succesvolle Bond-acteur het ’t beste kon opnemen tegen de voormalige Bond Sean Connery.
Verdere casting
De eerste acteur die gecast werd voor de film was populaire tennisspeler Vijay Amritraj, die Broccoli had ontmoet toen hij te gast op Wimbledon. Voor het personage van Octopussy werden meerdere actrices overwogen. Faye Dunaway werd echter al snel te duur geacht en Barbara Carrera wees de rol af om deel te nemen aan Never Say Never Again. Nadat eerst nog werd overwogen om een Indiër de rol te laten spelen, bleek de spoeling in het toen overwegend blanke Hollywood wat dat betreft al snel te dun. Uiteindelijk besloot Cubby Broccoli om zich opnieuw te wenden tot de Zweedse Maud Adams, die eerder al te zien was geweest in The Man with the Golden Gun. Ze kreeg daarnaast gezelschap van haar landgenote Kristina Wayborn, die de rol van Magda speelt. Octopussy is daarnaast de eerste Bondfilm met Robert Brown als M, een rol die eerder werd gespeeld door Bernard Lee. Brown werd naar voren geschoven door Moore, die hem nog kende van de opnames van televisieserie Ivanhoe. Toch was Brown geen onbekende van de reeks, aangezien hij zes jaar daarvoor al te zien was als Admiral Hargreaves in The Spy Who Loved Me. Voor de slechterikken in de film deed Cubby een beroep op zijn vriend Louis Jordan, waarna zijn dochter Barbara Steven Berkoff naar voren schoof als Orlov nadat zij hem zag schitteren in het door hemzelf geschreven toneelstuk Greek.
De opnames
De opnames van Octopussy gingen van start op 10 augustus 1982 met de scène waarbij Bond arriveert bij Checkpoint Charlie; een controlepost op de grens van de Amerikaanse en de Russische sector van het verdeelde Berlijn. Het grootste deel van de film werd verder gefilmd in Udaipur, India. Zo werd de buitenkant van het Monsoon-paleis gebruikt als Khan’s paleis, werden de scènes rond Octopussys’ paleis gefilmd in het Taj Lake Palace Resort en het Jag Mandir Palace Hotel in het Pichola-meer en deed het Hotel Shiv Niwas dienst als Bonds’ hotel. In Engeland waren RAF Northolt , RAF Upper Heyford en RAF Oakley de belangrijkste locaties. De spoorwegscènes die zich afspelen in Karl-Marx-Stadt (vandaag de dag Chemnitz) werden daarnaast opgenomen bij de Nene Valley Railway; een stoom aangedreven spoorweg in Cambrigde, Engeland. Ook belandde de productie bij Hurricane Mesa in Utah, dat in de Koude Oorlog werd gebruikt als testfaciliteit voor supersonische vliegtuigen. Dat alles waarna het studiowerk traditiegetrouw werd opgenomen in Pinewood Studios.
Acrostar
Eén van de belangrijkste opnames van de film zat al direct in de openingsscène. Het is zo’n stunt waar de Bondfilms bekend om staan. Een stunt waarbij menig andere regisseur de hulp in zou roepen van de nodige computers om alles met computereffecten tot stand te laten komen. We hebben het natuurlijk over de stunt met de Acrostar, die officieel een Bede BD-5 heet, vernoemd naar zijn ontwerper. Het voertuig werd bestuurd door stuntpiloot JW “Corkey” Fornof, die het vliegtuig bestuurde met meer dan 240 km/h. Toch werd er niet alleen op volle kracht gevlogen, want het moment dat hij door de hangar vliegt bleek gewoonweg niet haalbaar om echt te doen. En dus zorgde de Second Unit ervoor dat het voertuig op een grote paal werd bevestigd en zo op een Jaguar werd voortgetrokken. Voor het uiteindelijk opblazen van de hangar werd dan weer gebruik gemaakt van een miniatuur.
Het verhaal
In de film krijgt Bond de missie om de toedracht rond de dood van collega 009 te onderzoeken. Hij strompelde met zijn laatste kracht de Britse ambassade binnen, waarbij hij een vervalst Fabergé-ei bij zich droeg. Als het echte ei in Londen wordt geveild, gaat Bond samen met Jim Fanning, de kunstexpert van MI6, naar de veiling. Daar valt het hem al snel op dat een zekere Kamal Khan, een verbannen Afghaanse prins, het ei per se wil kopen. Opgejaagd door Bond biedt hij fiks over zijn limiet heen en koopt het uiteindelijk voor een half miljoen pond. Voordat Khan met het ei kan vertrekken, verwisselt Bond het ei tijdens de veiling om met het valse exemplaar. Bond achtervolgt Khan vervolgens richting India. Daar ontdekt Bond dat Khan samenwerkt met Orlov, een generaal uit de Sovjet-Unie. Orlov heeft Russische kunstschatten omgeruild voor vervalsingen, zodat Khan de juwelen via Octopussy’s circus naar het westblok kan smokkelen. Bond moet echter alle zeilen bijzetten als hij de trein van het circus infiltreert en ontdekt dat Orlov en Khan de kist met de juwelen verwisselt hebben voor een kist met een atoombom erin.
Leuke feitjes
· Het Fabergé-ei dat werd gebruikt in de film is echt. Het werd gemaakt in 1897 en heet het Kroningsei. Dit ondanks dat het in de film de naam Proporty of a Lady draagt, een verwijzing naar één van de gelijknamige korte verhalen in de verhalenbundelen Octopussy and The Living Daylights.
· De fietser die tijdens het duel in de tuktuk-achtervolging opeens tussen de voertuigen door manoevreert, was een omstander die zich onbewust was van de opnames. Zijn onbewuste moment van roem werd vastgelegd door twee camera’s en in de film gelaten.
· John Barry maakt bij zijn score bewust regelmatig gebruik van het welbekende James Bond-thema, dit om Octopussy als officiële Bondfilm te versterken. De makers van concurrent Never Say Never Again mochten rechtentechnisch gezien het thema niet gebruiken.
· Barry schreef ook het nummer All Time High, samen met tekstschrijver Tim Rice. Het is een van de weinig titelsongs waarbij de songtitel niet verwijst naar de titel van de film.
· Nadat zij te zien was als Bondgirl in The Man with a Golden Gun en Octopussy, had Maud Adams ook een haast onzichtbare cameo in A View to a Kill uit 1985. Ze is hierdoor de enige vrouw, de actrices die Miss Moneypenny spelen uiteraard niet meegerekend, die drie keer te zien was in een Bond-film.
· Dit is de laatste Bondfilm waarin aan het einde van de credits de titel van de volgende film verschijnt. Niet alleen werd dit keer foutief “From A View To A Kill” vermeld, aan het einde van The Spy Who Loved Me stond eerder ook al onterecht vermeld dat For Your Eyes Only zou volgen (Moonraker kreeg voorrang). Het is vast het moment geweest dat de makers inzagen dat het niet handig was de titel van de nieuwe film al zo vroeg te onthullen.
Geen klassieker, wel tijdloos
Octopussy was de eerste Bondfilm die werd uitgebracht door Metro-Goldwyn-Mayer, dat United Artists had overgenomen. Op 6 juni 1983 ging Octopussy volgens de traditie in première op het Odeon Leicester Square, met aanwezigheid van Prins Charles en Diana, prinses van Wales. De film verdiende iets minder dan For Your Eyes Only, maar wist wel de belangrijkste slag te slaan; het presteerde beter dan Never Say Never Again. Ondanks dat de producenten flink hun best moesten doen om Moore opnieuw over de streep te trekken, valt wel op dat hij veel plezier heeft in zijn rol. Wel is de film wat aan de lange kant en zijn niet alle plotelementen even sterk. Ook zien we hier geen klassieke slechterik als eerder Blofeld of Goldfinger. Toch blijft de film ook vandaag de dag nog verrassend goed overeind, wat vooral ook te danken is aan de enerverende actiescènes. Het is het handelsmerk van regisseur John Glen, die aantoonde dat hij de juiste man was voor deze taak. Niet zo gek dus dat hij zich ook mocht richten op de volgende film, wat tevens de zevende en laatste Bondfilm zou worden voor Roger Moore. Je leest er alles over in het volgende artikel in deze rubriek.
In de rubriek De weg naar No Time To Die verschenen eerder artikelen over:
#01 Dr. No | #02 From Russia with Love | #03 Goldfinger | #04 Thunderball | #05 You Only Live Twice | #06 On Her Majesty’s Secret Service | #07 Diamonds Are Forever | #08 Live and Let Die | #09 The Man with the Golden Gun | #10 The Spy Who Loved Me | #11 Moonraker | #12 For Your Eyes Only
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.