De weg naar No Time To Die | The Living Daylights

Toen Ian Fleming in 1953 met Casino Royale zijn eerste James Bond-roman uitbracht kon hij nooit vermoeden dat dit het begin zou zijn rond een mediafranchise rondom de gelijknamige fictieve geheimagent van de Secret Intelligence Service. Na zijn overlijden in 1964 werden niet alleen de Bondromans voortgezet, ook werden de verhalen bewerkt tot hoorspelen, strips en videospellen. Het allerbelangrijkste zijn natuurlijk de films, die tezamen uitgroeiden tot een van de succesvolste filmreeksen aller tijden. Afgelopen 2 april was de eigenlijke releasedatum van No Time To Die, alweer de 25ste film in de reeks. Het is een jubileum dat uitgesteld diende te worden als gevolg van de uitbraak van het coronavirus (COVID-19). De nieuwe beoogde releasedatum in Nederland is nu 12 november 2020 en dat geeft ons mooi de kans om nog eens terug te blikken naar de eerdere avonturen van onze geliefde geheimagent. We vervolgen de reeks met een film die de introductie betekende van een nieuw Bond, zowel letterlijk als figuurlijk.

Wel of geen origin verhaal?

In de herfst van 1985, vrij kort na de toch tegenvallende opbrengten en kritieken op A View to a Kill, begon het werken aan het script voor een volgende Bondfilm. Er werd er hierbij eigenlijk vanuit gegaan dat Roger Moore niet meer zou terugkeren. Niet alleen zou hij 59 jaar oud zijn geweest, ook had hij zelf al aangegeven te willen stoppen. Schrijver en medeproducent Michael G. Wilson voelde aan dat het moment daar was om een nieuw weg in te slaan en had dan ook het idee om terug te gaan naar de begindagen van James Bond. Hij had wat ideeën over een jonge James Bond en de film moest zich af gaan spelen in 1972. Cubby Broccoli dacht er echter heel anders over; hij was fel tegen een ‘origin’-verhaal. Wel gaf hij Richard Maibaum, Bond-scenarioschrijver van het eerste uur, de opdracht om met een origineel en hedendaags verhaal te komen. Het was Maibaum die de suggestie deed om het korte verhaal The Living Daylights als uitgangspunt te nemen. Een idee wat hij verder uitwerkte met Wilson.

De zoektocht naar een nieuwe James Bond

Met het afscheid van Moore was ook de start van een uitgebreide zoektocht naar een nieuwe acteur om Bond te spelen. De eerste kandidaat was Michael Praed, gevolgd door Australiër Finley Lights. Het hoofd van geldschieter Metro-Goldwyn-Mayer schoof vervolgens Mel Gibson naar voren, maar Cubby vond hem te Amerikaans. De zoektocht ging verder en men kwam uit bij Nieuw-Zeelander Sam Neill. Eigenlijk was iedereen zeer te spreken over hem, behalve Cubby. Men werd het niet unaniem eens en dus ging de zoektocht verder. Op 12 mei 1986 kwam Pierce Brosnan binnenlopen voor zijn screentest. Dit keer was men het wel unaniem eens, er was alleen een probleem. Op dat moment stond Brosnan nog onder contract bij de serie Remington Steele.

De serie was weliswaar al stopgezet, maar de aankondiging van Brosnan als Bond zorgde voor een hernieuwde interesse in de serie, waarop NBC besloot de optie in zijn contract te lichten en er nog een seizoen aan vast te knopen. Broccoli was onverbiddelijk; ‘Remington Steele zou geen James Bond worden’. Eon Productions raakte langzaam in paniek, gezien men op zeer korte termijn met de opnames wilde beginnen. Toen kwam Timothy Dalton in beeld. Cubby was echter sceptisch, omdat hij zich eerder publiekelijk zijn gebrek aan interesse in de rol had uitgesproken. In 1968, toen Sean Connery voor het eerst afscheid nam van de rol, was Dalton al benaderd, maar hij vond zichzelf toen nog te jong. In 1980 werd hij nogmaals gepolst, maar Dalton zag het niet zitten met de weg die Bond was ingeslagen met Moore. Nu was hij echter enthousiast en gretig.

Een ander soort Bond

Op 29 juli 1986 deed Dalton screentest. Diverse scènes uit On Her Majesty’s Secret Service werden nagespeeld en regisseur John Glen was tevreden. Na een langdurig proces had men hun nieuwe Bond gevonden. Wel had Dalton een duidelijke visie voor ogen betreft het personage; en dat stond behoorlijk ver af van de Bond die het publiek ondertussen gewend was van Moore. In samenspraak met regisseur John Glen werd echter besloten om terug te grijpen op het personage dat Ian Fleming had beschreven in zijn boeken. Het resulteerde in een serieuzere en minder luchtige Bond; een man die op het randje leeft. Ondanks dat de nieuwe Bond gevonden was, kon men onmogelijk het touw laten vieren. De strakke planning van het filmen en de daaraan gekoppelde premièredatum dwong de crew om direct aan de slag te gaan. Op 27 september was Dalton zijn laatste draaidag van Brenda Starr en een dag later zat hij in het vliegtuig richting Pinewood Studios. Veel stunts deed hij zelf, wat hem direct veel respect opleverde van de stuntmannen. Toch mocht hij een aantal stunts niet zelf doen. John Glen was vooral bang dat de ster van zijn film onnodig risico liep om gewond te raken, wat de rest van de opnames in gevaar kon brengen.

Verdere casting

De Engelse actrice, en voormalige fotomodel, Maryam d’Abo werd gecast als de Tsjechoslowaakse celliste Kara Milovy. D’Abo was geen vreemde in de Bondwereld, want in 1984 had ze auditie gedaan voor de rol van Pola Ivanova in A View to a Kill. Ze liep de rol mis, maar had wel een goede indruk achterlaten bij Barbara Broccoli. Toen Broccoli twee jaar laten op zoek moest naar een Bondgirl, moest ze weer aan d’Abo denken en dit keer kreeg ze de rol wel. In eerste instantie was het de bedoeling dat Generaal Gogol de plek in de verhaallijn had die later werd ingevuld met Leonid Pushkin. Walter Gotell, de acteur die Gogal al eerder meerdere malen gestalte gaf, had echter te kampen met gezondheidsproblemen. Het zorgde ervoor dat hij alleen kort aan het eind te zien is in de film. Zijn vervanger werd John Rhys-Davies, die de rol van Pushkin op zich nam. Voor de rol van George Koskov werd Jeroen Krabbé gecast, die indruk had gemaakt met zijn rollen in Soldaat van Oranje en Spetters. Een andere rol was er voor Joe Don Baker, die wapenhandelaar Brad Whitaker speelt. Laatste naam die we niet mogen vergeten is Art Malik, die een lid van het Afghaanse verzet speelt en bondgenoot van Bond.

De opnames

De opening van de film werd opgenomen op de Rots van Gibraltar. De opnames begonnen op 17 september 1986 met luchtstuntmannen B.J. Worth en Jake Lombard. Ondanks dat het in de film lijkt of men heel het schiereiland over trekt, gebruikte men grotendeels steeds hetzelfde stukje weg richting de top van de rots. De scènes die zich afspelen in Bratislava werd opgenomen in Wenen, Oostenrijk. Zo deed het Volksoper Wien dienst als buitenkant van de concertzaal die we in de film zien, waar de binnenopnames werden gemaakt in de Sofiensaal. De bekende tramscènes werden gefilmd in Währing, Wenen. Andere opnames werden gedaan in Duitsland, de Verenigde Staten en Italië, terwijl de woestijnscènes werden opgenomen in Ouarzazate in Marokko, waar ook de Atlas Studios zich bevinden; de grootste filmstudio ter wereld.

Het verhaal

Tijdens een oefening op het schiereiland Gibraltar worden diverse Dubbel-0 agent vermoord in een poging de rust tussen Oost en West te verstoren. Bond assisteert vervolgens bij het overlopen van KGB-generaal Georgi Koskov tijdens een concert in Bratislava, waarbij hij moet voorkomen dat eventuele scherpschutters Koskov zullen ombrengen. Als Bond en zijn collega Saunders daadwerkelijk een scherpschutter waarnemen, gelooft Bond niet dat zij een professionele moordenares is. In plaats van haar te doden, schampt hij enkel haar hand. Ook Koskovs’ verhaal van het opnieuw in leven blazen van ‘smiert spionom’ door de nieuwe KGB-leider Leonid Pushkin trekt Bond in twijfel, gezien hij Pushkin persoonlijk kent. Bond gaat in Bratislava op zoek naar de celliste en ze blijkt inderdaad geen moordenares. Sterker nog, ze gebruikte losse flossers en blijkt een vriendin van Koskov. Als ze beseft dat het Koskovs’ bedoeling was dat Bond haar doodde, besluit ze Bond te helpen. Want waarom heeft Koskov zijn vlucht in scène gezet? En wat is de connectie tussen Koskov en de wapenhandelaar Brad Whitaker?

Leuke feitjes

· De zakken met opium in de film worden vermomd als zakken met medicijnen, met een rood kruis erop. Het Rode Kruis was hier niet blij mee en overwoog zelfs juridische stappen te ondernemen tegen de film. Wel werd een disclaimer opgenomen op sommige home entertainment releases van de film.
· Op het einde van de film heeft componist John Barry een cameo als dirigent. Dit is de laatste Bondfilm waarvoor hij de muziek componeerde.
· Morten Harket, de zanger van de Noorse band A-Ha die de titelsong verzorgden, kreeg een rolletje als handlanger aangeboden, maar hij sloeg het aanbod af. Niet alleen had hij amper tijd door zijn drukke schema met de band, ook was hij van mening dat hij vooral gecast zou worden om zijn populariteit en niet om zijn acteerkwaliteiten.
· John Barry en A-Ha lagen elkaar niet lekker, wat resulteerde in twee versies van de titelsong. Barrys’ mix is te horen op de officiële soundtrack en de versie die de voorkeur kreeg van A-Ha is te horen op hun album Stay on These Roads uit 1988.
· Acteur Joe Don Baker zou na zijn rol als Brad Whitaker, opnieuw verschijnen in Bondfilm GoldenEye en Tomorrow Never Dies als CIA agent Jack Wade. Hij heeft daarmee twee verschillende grote bijrollen in de reeks.

Een succesvolle terugkeer naar het realisme

Met de première van The Living Daylight werd tevens het 25-jarig jubileum van de reeks gevierd. De premiere werd traditiegetrouwd gehouden in het Odeon Leicester Square in Londen. Bij de koninklijke premiere, op 25 juni 1987, waren Prins Charles en de Princess Of Wales Diana aanwezig. Eerder hadden zij ook de set reeds bezocht. De film werd enthousiast onthaald, zowel door de pers als door het publiek, en deed het een stuk beter aan de box-office dan A View to a Kill. Wel werd de film een gebrek aan humor verweten en was er wat kritiek op het ontbreken van een echte klassieke schurk. Toch was er vooral lof. Na jaren van knipogen en flauwigheden was het realisme terug in de reeks, met een spannend en kleurrijk avontuur tot gevolg. En ook Dalton werd alom geprezen. Het sprak op dat moment dan ook bijna voor zich dat Dalton mocht terugkeren voor een nieuw avontuur, een film die de eerste film in de serie zou zijn die geen gebruik maakte van een titel van een Fleming-roman. Je leest er alles over in het volgende artikel in deze rubriek.

In de rubriek De weg naar No Time To Die verschenen eerder artikelen over:
#01 Dr. No | #02 From Russia with Love | #03 Goldfinger#04 Thunderball#05 You Only Live Twice#06 On Her Majesty’s Secret Service#07 Diamonds Are Forever#08 Live and Let Die#09 The Man with the Golden Gun#10 The Spy Who Loved Me#11 Moonraker#12 For Your Eyes Only#13 Octopussy#14 A View to a Kill

9 juli, 2020

Meepraten over dit artikel

Geef een reactie