Avatar: The Way of Water
Meer dan tien jaar zijn verstreken sinds Jake Sully besloot op Pandora te blijven nadat hij de Na’vi hielp te overwinnen bij hun strijd tegen de mens. Jake is ondertussen volledig opgenomen in de Na’vi, al verraden zijn vijf vingers aan elke hand zijn oorsprong als mens. Samen met Neytiri heeft hij vier blauwe halfbloedkinderen en dragen zij zorg voor de menselijke Spider, die allen zo hun eigen worsteling kennen met hun afkomst en leeftijd, maar elkaar ook altijd beschermen door op te treden als gezin. Ondertussen is Miles Quaritch herrezen als Recombinant, een avatar met de herinnering van een mens, en is hij erop uit om af te maken waar hij ooit aan begonnen is met als belangrijkste doel om wraak te nemen op Jake. Als de Na’vi worden verdreven uit hun natuurlijke omgeving, vinden ze een nieuw toevluchtsoord bij een verwant watervolk. Toch lijkt het onmogelijk om aan de problemen te blijven ontsnappen.
In 2009 bracht James Cameron ons de sciencefictionfilm Avatar, zijn eerste grote filmproductie na Titanic uit 1997. Dat er zo’n groot gat tussen de producties zou zitten was niet de bedoeling. Sterker nog, al in 1995 schreef Cameron een script voor Avatar en een jaar later kondigde hij aan dat hij direct na Titanic met het project aan de slag zou gaan. Maar met alle plannen reeds in een vergevorderd stadium ging overal een streep door; de technologie die Cameron nodigde achtte om zijn visie naar het scherm te vertalen bleek nog niet zover gevorderd. Van uitstel kwam gelukkig geen afstel en Cameron toonde zich maar weer eens vooruitstrevend door zijn film vol te stoppen met nieuwe technieken. Het resultaat was verbluffend. Iets wat nog maar eens onderstreept werd toen de film eerder dit jaar gerestaureerd tot 4K HDR met HFR en verbeterd geluid opnieuw in de bioscoop werd gebracht. Zo oogde de film nergens gedateerd en dat is een behoorlijke prestatie voor een film vol digitale foefjes in een wereld waarin juist daarin de ontwikkeling niet stil staat.
Toch liet een vervolg lang op zich wachten. Waar Cameron in eerste instantie nog wat voorzichtig was en verklaarde dat hij alleen vervolgfilms wilde maken als de eerste film een succes zou zijn, kondigde hij na het wereldwijde succes van de eerste film direct twee vervolgen aan. De eerste hiervan had al in 2014 te zien moeten zijn geweest, maar het liep anders. Een van de belangrijkste zaken waardoor er flinke vertraging opgelopen werd lag aan de noodzaak om nieuwe technologie te ontwikkelen om scènes onder water vast te leggen. En zo gebeurde het de film onderhevig werd aan maar liefst acht vertragingen, tijd waarin men de tijd nam om het schrijven, de pre-productie en de visuele effecten aan te pakken. Uiteraard is dit een zeldzame gang van zaken, maar de man achter successen als The Terminator, Aliens, The Abyss, True Lies en Titanic zit blijkbaar in de positie waarin hij zich dit kan veroorloven. De studiobazen zal hij er vast niet gelukkig mee maken, maar tot op heden had Cameron keer op keer het gelijk aan zijn zijde. Toch doemde wel de vraag op wie er 13 jaar na de eerste film nog zit te wachten op een vervolg.
Het is een vraag die wij ons ook gesteld hebben. Want is het niet doodzonde dat Cameron jaren ‘verspilt’ aan de ontwikkeling van technologie? Tijd waarin iedere andere regisseur meerdere topfilms zou kunnen afleveren. Toch zijn mensen als Cameron ook juist hard nodig, om zeker op technisch vlak die lat steeds weer een stukje hoger te leggen. En dat blijkt maar weer eens met Avatar: The Way of Water. Want waar het eerste deel van de film nog hand in hand kan gaan met zijn voorganger, onderscheidt het tweede deel van de film zich door waanzinnige, gewoonweg fotorealistische animatie van een uiterst rijke waterwereld. Dus ja, Cameron flikt het weer. Alle twijfel kan volledig van tafel. Natúúrlijk zitten wij te wachten op deze tweede Avatar-film. En zeker, het verhaal is wederom niet het meest origineel. Zo maakt de ecologische boodschap dit keer plaats voor een volle focus op het gezinsverband. Maar het belangrijkste is dat Cameron niet vergeet om plezier te maken en zeker dat spat in het tweede deel van de film werkelijk van het scherm.
Avatar: The Way of Water neemt alle mogelijke twijfel weg en is de sensatie waarvoor je met plezier naar de bioscoop afreist. De speelduur van maar liefst 192 minuten is uiterst stevig, maar de film voelt nergens onnodig lang. Cameron neemt de tijd om zijn visie op Pandora verder uit te breiden, maar het is hem toevertrouwd. En hoe hebben we ooit aan hem kunnen twijfelen; de man die de kassuccessen aaneen rijgt en steeds weer de lat verlegt op technologisch vlak. Of de film het succes van zijn voorgang zal overtreffen is natuurlijk nog maar zeer de vraag, maar het budget zal zonde meer terugverdiend gaan worden. De opnames voor de derde film werden gelijktijdig afgerond en het lijkt er nu daadwerkelijk op dat we de sequels in een rap(per) tempo tegemoet moeten kunnen gaan zien. Wij kijken er in elk geval naar uit. Avatar: The Way of Water is samen met Top Gun: Maverick dé bioscoopfilm van dit filmjaar. Dit zijn de films die nog maar eens de meerwaarde van een bezoek aan het grote doek verantwoorden. Kom dat zien, gá dat zien!
Beoordeling
- Eindcijfer