Winnie The Pooh: Blood and Honey
Christopher Robinson kan niet wachten om zijn aanstaande echtgenote kennis te laten maken met zijn vriendjes uit zijn jeugd. In zijn jonge jaren trok Christopher altijd naar het bos om daar spelletjes te spelen met Winnie de Poeh, Knorretje en de andere dierenvriendjes. Maar naarmate Christopher opgroeide, verwaterde het contact en werd het zelfs helemaal verbroken toen het tijd was om te studeren. De vriendjes werden diep in het bos achtergelaten: eenzaam en hongerig. Pooh en zijn vrienden veranderen langzaam in verwilderde dieren, spraken niet meer met elkaar en hadden nog maar één doel voor ogen: het eten van mensenvlees. Aan die behoefte lijkt snel te worden voldaan als een groep meiden een huisje huren tegen de rand van het bos. Maar wat voor hen een weekend had moeten worden om één van hen, de labiele Maria, te steunen, mondt als snel uit op een strijd tussen leven en dood als de dierenvrienden lucht krijgen van hun nieuwe buren en uit zijn op wraak en mensenvlees, aangedikt met zoete honing.
Oké, voor we van wal steken met deze review, eerst even een kleine heads-up om enige vorm van verwarring uit de weg te gaan. Auteursrechten zijn er om er voor te zorgen dat niet iedereen zomaar aan de slag kan gaan met personages die je als creatief persoon hebt bedacht. Helaas zijn die regels niet voor eeuwig en dus is het na 100 jaar over en uit waarmee de personages tot het publieke domein behoren. Met andere woorden: vanaf dat moment mag je met dat betreffende personage doen en laten wat je wil. En dus wat het zweten geblazen voor Disney toen filmmaker Rhys Frake-Waterfield aankondigde om de koddige beer en zijn vriendjes in een geheel ander jasje te steken. En wat steekt nou het meeste af tegen de zoete uitvoering van Disney? Precies: knetterharde horror met liters bloed, rondvliegende ledematen en nog veel meer van dat soort randzaken.
Winnie The Pooh: Blood and Honey had wat dat betreft al ruim voor zijn première de aandacht goed te pakken en dat zal de film in de eerste dagen van diens release bepaald geen windeieren leggen waarmee het ongetwijfeld geringe budget in no time is terug verdiend. En dat is misschien maar goed ook, want van diens eigen kwaliteit moet de film het bepaald niet hebben. Van de ooit aaibare Winnie de Poeh een moordmachine maken klinkt natuurlijk hartstikke leuk, maar de uitvoering is in deze vorm alles behalve geslaagd te noemen. Winnie The Pooh: Blood and Honey tikt een aardig lijstje af van voorspelbare wendingen (waarom in hemelsnaam weer een groep jongeren het bos in sturen in een afgelegen hut?), maar weet er bepaald geen vermakelijke draai aan te geven. Het is vooral een tergend amateuristische zit die prima was geweest als film van een paar ijverige filmstudenten, maar op het witte doek heeft de film eigenlijk totaal niks te zoeken.
Het is haast knap op te zien hoe het Frake-Waterfield is gelukt om de boel zo bijzonder clichématig op te dienen terwijl zijn uitgangspunt om zoveel meer creativiteit vraagt die haast voor het oprapen ligt. Want waarom weer donkere bossen, gillende jongeren, onnodig naakt en nog veel meer van dat soort zaken die we al vaker, en beter, als kijker opgediend hebben gekregen? Maar helaas is dat niet het enige waar de enthousiaste filmmaker, hij wil meer sprookjes om gaan zetten naar keiharde horror, zich in heeft verslikt. Het mist de film namelijk eveneens aan enige consistentie, lekker lopende verhaallijnen of zelfs een hoofdpersonage waar je als kijker enig gevoel voor op kan brengen om mee te leven als diens leven op het spel staat. Frake-Waterfield doet wel een poging om van Maria een onzeker meisje te maken die in het verleden last heeft gehad van een stalker, maar zo plotseling als haar flashback opduikt, zo plotseling is dat hele uitgangspunt alweer verdwenen.
Het mag duidelijk zijn dat het idee achter Winnie The Pooh: Blood and Honey leuker klinkt dan de daadwerkelijke uitwerking ervan. Misschien was het gegeven beter uit de verf gekomen bij een meer ervaren regisseur, al is vooral het zwalkende scenario dat de film grotendeels de das omdoet. Grotendeels, want het uiterlijk van Pooh en zijn vriendjes is ook alles behalve overtuigend te noemen. Nergens heb je het gevoel dat je naar een moordende beer zit te kijken. Door zijn expressieloze uiterlijk is en blijft het gewoon een lang persoon met een masker op zijn kop van een beer. Nou is dat ongetwijfeld makkelijk te weerleggen door te stellen dat het budget niet toereikend genoeg was om voor echt goede en overtuigende dieren te zorgen, maar wellicht had dat een teken aan de wand moeten zijn om de film überhaupt niet te maken. Niet in deze inspiratieloze vorm althans.
Winnie The Pooh: Blood and Honey klinkt als een origineel idee, maar de uitwerking is dat allerminst. Regisseur Rhys Frake-Waterfield giet het verhaal van de moordende beer die ooit te boek stond als kindervriend in een clichématig jasje dat uitpuilt van de voorspelbaarheid. Weer is het een groep jongeren dat in een verlaten huisje diep in de bossen het slachtoffer wordt van een psychopaat waarmee Winnie The Pooh: Blood and Honey vooral een film is geworden met een hoop gemiste kansen. Dat Winnie zelf ook niet bepaald overtuigend uit de verf komt helpt allemaal niet in een film die om zijn idee alleen al veel beter had verdiend.
Met dank aan Day One MPM en Movie Company voor het beschikbaar stellen van een screenerlink.
Beoordeling
- Eindcijfer