Tár
Lydia Tár is de eigenzinnige eerste vrouwelijke chef-dirigent van het Berliner Philharmoniker. Bij haar werkzaamheden vaart ze blind op haar persoonlijk assistent Francesca. Daarnaast woont ze samen met haar vrouw en concertmeester Sharon en diens dochtertje, die ze met hand en tand beschermt tegen iedere bedreiging. We ontmoeten Tár op het hoogtepunt van haar carrière, terwijl ze zowel een boekpresentatie als de langverwachte live uitvoering van Mahlers’ Vijfde Symfonie voorbereidt. In de daaropvolgende weken begint haar leven zich op een bijzonder moderne manier te ontrafelen en is het haar eigen carrière en reputatie die onder druk komt te staan.
Nadat hij als regisseur debuteerde met In the Bedroom, maakte Todd Field in 2006 opnieuw veel indruk met de ijzersterke verfilming van Tom Perrottas’ roman Little Children. Helaas bleef het daarna stil. Stilzitten deed hij niet, maar diverse toch zeer interessante projecten kwamen niet van de grond. Het zorgt ervoor dat er een gat van maar liefst vijftien jaar zit naar Tár. En dat gat had nog veel groter kunnen zijn, want Field schreef het script met Cate Blanchett in zijn hoofd. Oftewel; hij had de film niet gemaakt zonder haar deelname. En dat zou bijzonder spijtig zijn geweest. Niet alleen levert Field hier fenomenaal werk (hij is niet voor niets genomineerd voor een Oscar in de categorieën Beste Regie en Beste Originele Script), ook Cate Blanchett zet hier misschien wel de allerbeste rol neer in haar toch al indrukwekkende carrière.
De film begint direct wat excentriek voor hedendaagse maatstaven, je zou zelfs kunnen zeggen pretentieus. In plaats van direct een scène voor te schotelen die aandacht van de kijker pakt, krijgen we de pakweg vijf minuten durende credits van de film voorgeschoteld. Het is haast of Field hiermee even de tijd neemt tot alle kijkers hun plaats hebben gevonden, zoals in een concertzaal. Dan belanden we in twee vrij lange scènes die de kijker meenemen in de persoon Tár. Zo zien we enerzijds een interview bij het The New Yorker Festival met Adam Gopniks (die zichzelf speelt), waar Tár is ter promotie van haar aanstaande uitvoering van Mahlers’ Symfonie en haar boek; Tár on Tár en anderzijds is er een een-op-een gesprek met investeerder Eliot Kaplan (de altijd goede Mark Strong). Het komt direct naar voren dat Tár een intelligente vrouw is met grote passie voor haar werk en een brede algemene kennis. Een essentieel onderdeel van de gesprekken is dat Tár zegt dat artiest en werk gescheiden moeten zijn.
En juist daar gaat het fout voor Lydia Tár. Want waar zij in de eerst scènes bijna als een robot lijkt te fungeren in een zoektocht naar perfectie, zien we in het vervolg hoe de vrouw wel degelijk gevoelens heeft. Zo oordeelt ze op basis van criteria die niets met werk te maken hebben. En dat ze de sympathie van de kijker houdt komt puur omdat het zeker niet onlogisch is dat iemand in een bepaalde machtspositie hier ook misbruik van maakt. Het stipt nog maar eens een actueel thema in. Een actualiteit die ook wordt geraakt als Tár leven verder ontspoort en zij uiteindelijk gecanceld wordt. De controle raakt volledig buiten bereik en maakt plaats voor razernij. Uiteindelijk wordt je als kijker meegezogen in de teloorgang van Tár, die in handen van Blanchett gelukkig nergens de bocht uit vliegt en karikaturaal wordt. Het maakt Tár niet alleen tot een waanzinnig boeiende karakterstudie, alsmede een overtuigend inzicht in de wereld an sich, waarmee het onderwerp van de film een stuk universeler is dan het op het eerste gezicht wellicht lijkt.
Tár is een masterclass filmmaken van Todd Field met een exceptioneel goede Cate Blanchett in de hoofdrol. Jazeker, de film is te lang. Maar ergens zorgt het er juist voor alle ruimte om de juiste balans te vinden tussen de nauwgezette controle en het uiteindelijke wild ontsporen van het leven van Tár. Met een ijzersterk script in handen stipt Field vele actualiteiten aan, maar dan wel op een manier zodat hij een nieuwe, eigen wereld schept. Een ander belangrijke steunpilaar voor een film in een wereld van chef-dirigent is natuurlijk de soundtrack en deze is hier veilig in handen van Hildur Guðnadóttir, wiens werk wordt gecombineerd met werken van Elger en Mahler. Het is allemaal zeker geen lichte kost, maar stuk voor stuk van een uitzonderlijk hoog niveau. Het is nu enkel en vooral niet te hopen dat Field zijn volgende film weer zestien jaar op zich laat wachten.
Beoordeling
- Eindcijfer